De aubergine of eierplant behoort tot de nachtschadefamilie of Solanaceae en tot de soort Solanum melongena. In tropische gebieden is het een vaste plant maar in gematigde klimaatzones is hij eenjarig. Aubergines vind je in een brede waaier van groottes, vormen en kleuren.
Aubergines zijn zelfbestuivers met tweeslachtige bloemen. Dit betekent dat de bloemen zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen dragen en dat het stuifmeel van een bloem de stamper van dezelfde bloem ook kan bevruchten.
Toch kunnen twee rassen ook met elkaar kruisen. Afhankelijk van de omgeving en het aantal insecten komt dit vaak of minder vaak voor.
Als je planten op een windstille plek groeien, is het een goed idee ze tijdens de bloeiperiode regelmatig te schudden om zelfbestuiving te stimuleren.
Om kruisingen te vermijden, laten we tussen twee auberginerassen een afstand van 100m. Als er zich tussenbeide een haag of een andere natuurlijke barrière bevindt, volstaat 50m. In tropische streken is een grotere afstand noodzakelijk, tot 1 km.
Je kan de rassen ook afschermen met behulp van insectengaas. Raadpleeg hiervoor de module over isoleertechnieken in het ABC van de zadenteelt.
We telen aubergines voor zaad op dezelfde wijze als planten die voor consumptie bestemd zijn. Selecteer tussen 6 tot 12 planten om voldoende genetische diversiteit te garanderen.
Aubergineplanten hebben veel warmte nodig om zich optimaal te ontwikkelen. Hou daarom bij het plannen van de zaaiperiode het moment in gedachten waarop je de zaailingen buiten wil uitplanten.
Reken – afhankelijk van het ras – 60 tot 100 dagen vanaf het ontluiken van de bloemen tot de vruchten rijp zijn voor consumptie. Maar let op! Het zaad is op dat moment nog niet rijp.
Enkel gezonde planten waarvan je de hele levenscyclus volgt zijn geschikt voor zaadwinning. Kies bij voorkeur zaaddragers die beantwoorden aan de gewenste criteria:
levenskrachtige planten met een regelmatige groei, veel bloemen, een goede vruchtzetting en een goede weerstand tegen koude.
Let bij de vruchten op hun smaak, een vorm die met het ras overeenstemt, hun grootte en de kleur van hun schil en vruchtvlees. Vermijd al te bittere aubergines en exemplaren met een dikke, harde schil.
Baseer je selectie niet enkel op de vruchten, maar hou ook rekening met de kwaliteit van de zaaddragers. Oogst nooit zaad van zieke planten.
Rijpe aubergines worden mals en veranderen van kleur. Witte rassen worden geel en paarse krijgen een kastanjebruine kleur. Vruchten die aan de plant niet volledig gerijpt zijn, kan je bij kamertemperatuur in kratjes laten narijpen.
Kies voor de zadenoogst vruchten uit die helemaal rijp zijn maar nog niet beginnen te rotten.
Er bestaan twee methodes om het zaad uit de vruchten te halen. Kleine hoeveelheden aubergines kan je in stukken snijden en er met een mes de zaadjes uitpeuteren.
Grotere hoeveelheden kan je het best eerst schillen en in stukken snijden om ze daarna in een pot met water te doen. Ga er nu enkele seconden met de staafmixer door. Vruchtbaar zaad zal naar de bodem zinken. De drijvende laag van vruchtvlees, stukjes schil en lege zaden kan je opvangen in een zeef.
Spoel het overblijvende zaad in een zeef onder stromend water. Het moet binnen de 2 dagen droog zijn, anders kan het gaan kiemen of schimmelen. Spreid de zaadjes uit op een fijnmazige zeef of een plat bord en zet ze op een warme, droge en goed verluchte plek. Zorg voor een temperatuur tussen de 23 en 30 graden en een ventilator indien nodig.
Kleine hoeveelheden zaad kan je drogen in koffiefilters. Die zijn sterk absorberend en de droge zaadjes blijven er niet aan vastkleven. Doe maximaal één koffielepel zaad in elke filter. Hang de zakjes daarna te drogen aan een wasrek op een droge en goed verluchte plek in de schaduw.
Schrijf het productiejaar en de namen van soort en ras op een etiket en steek dit bij het zaad in het zakje, want opschriften óp het zakje worden soms weggewist. Leg het zaad enkele dagen in de diepvriezer om af te rekenen met larven van eventuele parasieten.
Auberginezaad blijft minimaal 3 tot 6 jaar kiemkrachtig. In de diepvriezer kan je het nog langer bewaren.