Pompoen en courgette behoren tot de komkommerfamilie of Cucurbitaceae. Het zijn meestal eenjarige planten. We onderscheiden drie verschillende soorten:
Pompoenen en courgettes zijn eenhuizig. Elke plant draagt zowel mannelijke als vrouwelijke, eenslachtige bloemen. Vrouwelijke bloemen herken je aan het vruchtbeginsel onderaan de bloem. Mannelijke bloemen groeien aan het uiteinde van lange bloemstelen. De bloemen bloeien maar één dag.
Pompoenen en courgettes kunnen zichzelf bevruchten. Het stuifmeel bevrucht dan een vrouwelijke bloem van dezelfde plant. Toch zijn het vooral kruisbestuivers, tussen verschillende planten van hetzelfde ras en binnen dezelfde soort. Insecten, met name bijen, zijn de voornaamste bestuivers.
Kruisbestuiving tussen verschillende soorten komt enkel voor tussen Cucurbita argyrosperma en Cucurbita moschata en in heel zeldzame gevallen met een wilde variëteit van Cucurbita pepo.
Over het algemeen kan je dus twee soorten naast elkaar telen zonder gevaar voor kruisingen. Tussen twee rassen van dezelfde soort is het daarentegen belangrijk een afstand van minstens 1 km te bewaren. 500 meter volstaat als er zich tussenbeide een natuurlijke barrière bevindt, zoals een haag.
Er bestaan ook methodes om in één tuin zaad te telen van verschillende rassen.
Zo kan je een ras helemaal afschermen met behulp van insectengaas en daaronder een hommelnest plaatsen voor de bestuiving. Deze techniek is vaak niet zo eenvoudig bij pompoenen met heel lange stengels. Die vullen de insectengaaskooi in een mum van tijd en verhinderen de insecten om vrij rond te vliegen.
Een tweede methode bestaat erin twee rassen om de beurt gedurende één dag af te schermen. Zo kunnen wilde insecten beide rassen afwisselend bestuiven.
Ten slotte kan je de bloemen ook zelf met de hand bestuiven. Dat is relatief eenvoudig omdat de bloemen heel groot en goed zichtbaar zijn.
Meer uitleg over deze drie methodes vind je in de modules over isoleertechnieken en handbestuiving in het ABC van de zadenteelt.
Zadenteelt van courgettes en pompoenen verloopt op dezelfde manier als consumptieteelt. Selecteer minstens 6 zaaddragers om voldoende genetische diversiteit te garanderen. Een dozijn of meer is nog beter.
Besteed voldoende aandacht aan de keuze van zaaddragers die beantwoorden aan de kenmerken van het ras: kruipende of struikvormige planten, de vorm en grootte van de vruchten, de smaak en textuur van het vruchtvlees, goede bewaring en ziekteresistentie.
We winnen pompoenzaad uit volledig rijpe vruchten. Het vruchtvlees kan dus naar de keuken en op je bord.
Enkel bepaalde rassen van Cucurbita pepo, zoals patisson en courgette, worden doorgaans onrijp gegeten. Laat courgettes voor zadenteelt dus verder rijpen zoals pompoenen, tot ze van kleur veranderen, niet meer groeien, de vruchtsteel droog is en de schil hard.
Nu kunnen we oogsten. Bewaar de vruchten op kamertemperatuur en laat ze nog minstens een maand narijpen. Dit komt de vruchtbaarheid van het zaad ten goede.
Snij de pompoen of courgette in de lengte open en lepel het zaad eruit, zonder al te veel pulp. Spoel het daarna schoon met water.
Soms komt het zaad moeilijk los van de pulp. Laat het geheel dan een nachtje weken in water op kamertemperatuur. De volgende dag komt het zaad beter los.
Laat het zaad daarna drogen op een goed geventileerde plek bij 22 tot 25 °C. Om te testen of het helemaal droog is kan je proberen er ééntje dubbel te vouwen. Als het breekt is het droog.
Steek altijd een etiket met daarop het productiejaar en de namen van soort en ras bij het zaad in het zakje, want opschriften op het zakje worden gemakkelijk weggewist. Bewaar het enkele dagen in de diepvriezer om af te rekenen met eventuele parasieten.
Pompoen- en courgettezaad blijft gemiddeld 6 jaar kiemkrachtig, soms zelfs tot 10 jaar. In de diepvriezer kan je het nog langer bewaren.